Menu Sluiten

Werkplan werkgroep Financiering

INLEIDING

Klachten na afloop van de behandeling voor kanker zijn zelden beperkt tot één gebied. De meeste patiënten benoemen zowel fysieke als psychologische of sociale klachten; vermoeidheid, sombereid, angst, cognitieve problemen, oedeem, relatieproblematiek, pijn en dergelijke. De interactie van deze klachten maken de aanpak er van noodzakelijkerwijs multidisciplinair.

Het NIVEL rapport naar een toekomstbestendige nazorg bij kanker (2016) benoemt over de rol van de eerste lijn dat er noodzaak is voor effectieve, geïntegreerde, zorg op maat. Als knelpunt bij de implementatie van dergelijk zorg wordt o.a. de financiering van de samenwerking in eerste lijn benoemd. In de richtlijn Oncologische Revalidatie wordt weliswaar de waarde van multidisciplinaire samenwerking (MDS) expliciet benoemd maar beperkt de toepassing hiervan vervolgens alleen voor de 3e lijn zorg in het revalidatiecentrum. Terwijl patiënten aangeven zorg dicht bij huis te willen, juist vanwege klachten als ernstige vermoeidheid.

Het programma Herstel en Balans (1996-2016) voorzag met een combinatie van fysiotherapie en psychosociale zorg middels een breed landelijk netwerk in de behoefte van patiënten aan multidisciplinaire zorg. Sinds dit programma heeft moeten stoppen, door de invoering van de richtlijn Oncologische Revalidatie, is er in de eerste lijn geen multidisciplinaire oncologische revalidatie meer beschikbaar. Belangrijk knelpunt is de financiering van dergelijk zorg in de eerste lijn.

Fysiotherapie en psychologie worden elk op een eigen wijze weliswaar vergoed in de basiszorg of aanvullende verzekering maar de onderlinge afstemming niet. Terwijl dat juist een belangrijk onderdeel is, wat het mogelijk maakt om multidisciplinaire problematiek adequaat aan te pakken. Voor diëtetiek geldt dat enkel directe tijd t.a.v. de patiënt gedeclareerd mag worden. Alle indirecte tijd zoals overleg met andere disciplines, het regelen van dieetmeerkostenvergoedingen etc. dient de diëtist in eigen tijd te doen.

Uit onderzoek van de universiteit van Leuven blijkt adequate financiering een noodzakelijke factor voor succesvolle multidisciplinaire samenwerking. De werkgroep Financiering wil zich hiervoor inzetten.

PROBLEEM

Met betrekking tot ‘financiën’ ziet de werkgroep drie problemen:

  1. Paramedische en psychologische zorg wordt niet altijd vergoed in de basiszorg (psychologische zorg wordt vergoed vanuit de GGZ indien er sprake is van een DSM 5 stoornis). Voor oncologie patiënten is het belangrijk kwalitatief goede zorg te krijgen voor, tijdens en na een behandeling. Daarbij is het belangrijk dat die zorg in de buurt van de patiënt wordt geleverd, door zorgverleners die elkaar kennen en die met elkaar samenwerken. Patiënten kunnen die zorg soms wel krijgen, maar die wordt dan niet de buurt geleverd, de samenwerking tussen zorgverleners is minder eenvoudig en minder vanzelfsprekend en de zorg is duurder, want wordt geleverd in tweede- of derdelijns zorginstellingen.
  2. Er wordt te weinig samengewerkt tussen paramedici en psychologen in de eerste lijn. De zorg voor oncologie patiënten is daarmee suboptimaal. De reden daarvoor is dat financiering hiertoe ontbreekt. Niet direct aan de patiënt gerelateerde zorg wordt door de zorgverzekeraar niet altijd vergoed.
  3. Het ontbreekt vaak aan een goede overdracht tussen en overleg met de verwijzer of behandelend arts.

OPLOSSING

De zorg voor oncologie patiënten kan verbeterd worden indien samenwerking en afstemming tussen verschillende disciplines als standaard zorg wordt gezien en uitgevoerd.

1. Een tarief voor paramedische zorg in de eerste lijn.

Indien oncologiepatiënten goede, gekwalificeerde zorg in de buurt kunnen krijgen van ergotherapeuten, diëtisten, psychologen en fysiotherapeuten, dan wordt daarmee voldaan aan de vraag van de oncologiepatiënt.

We verwachten dat de geleverde zorg op maat door in de oncologie gespecialiseerde professionals in de eerste lijn bijdraagt bij aan een sneller en beter genezingsproces van oncologie patiënten. De oplossing zit hem vooral in het vergoeden van de eerste 20 sessies fysiotherapie.

Deze oplossing zal aangedragen worden aan landelijke partijen omdat dit een landelijk probleem is. Mogelijk kan hier een pilot voor gestart worden.

2. Een tarief voor interdisciplinair overleg en intervisie en deskundigheidsbevordering.

Er dient financiering te komen voor overleg tussen disciplines voor zowel consultatievragen (is deze patiënt gebaat bij fysiotherapie of psychologische behandeling) als overleg bij een gezamenlijke cliënt. Het is immers goed om interdisciplinair overleg te voeren indien de patiënt vanuit diverse disciplines wordt behandeld. Veilig mailen hoort hier ook bij. Hierbij hoort ook het overleg tussen behandelend arts/verwijzer en professional in de eerste lijn.

Deze oplossing zal aangedragen worden aan landelijke partijen omdat dit een landelijk probleem is.

Bij beschikbaarheid van zo’n tarief zullen zorgverleners participeren in netwerken waar casuïstiekbespreking en intervisie plaatsvindt (en eventueel gezamenlijke scholing in samenwerking met werkgroep Kwaliteit). Het doel hiervan is meerledig: zorgverleners leren elkaar (beter) kennen, zodat ze elkaar weten te vinden en naar elkaar kunnen verwijzen. Daarnaast wordt door het bespreken van casuïstiek geleerd welk discipline wat kan betekenen en toevoegen voor de patiënt en wordt als zodanig gewerkt aan het verbeteren van zorg aan oncologie patiënten.

Voor de kennisoverdracht en het elkaar leren kennen van paramedici in Amsterdam zal financiering gezocht worden en aangesloten worden bij de al bestaande netwerkverbanden.

DOELEN

  1. Oncologie patiënten kunnen gekwalificeerde paramedische en psychologische eerstelijns zorg nabij huis krijgen die wordt vergoed vanuit de basisverzekering.
  2. Er wordt een tarief ingevoerd voor interdisciplinair overleg en intervisie met betrekking tot oncologie patiënten waar eerstelijns paramedici en psychologen gebruik van kunnen maken.

KENNIS

  1. Zilveren Kruis weet dat zorgverleners en patiënten knelpunten ervaren bij het verkrijgen van kwalitatieve (eerstelijnszorg) zorg dicht bij huis.
  2. Zilveren Kruis is op de hoogte dat zorgverleners in de eerste lijn graag de kwaliteit van (oncologische) zorg willen verbeteren en dat multidisciplinaire overleggen en intervisie daar deel van uitmaken.

HOUDING

  1. Zilveren Kruis staat welwillend tegenover een gesprek met (vertegenwoordigers) van het netwerk om de knelpunten te bespreken die zorgverleners en patiënten hebben bij het verkrijgen van kwalitatieve (eerstelijnszorg) zorg dicht bij huis.
  2. Zilveren Kruis staat welwillend tegenover een gesprek met (vertegenwoordigers) van het netwerk om te bespreken hoe de kwaliteit van zorg door MDO en intervisie te verbeteren.

GEDRAG

  1. Zilveren Kruis gaat het gesprek aan met (vertegenwoordigers) van het netwerk om te spreken over de problemen die patiënten en zorgverleners ervaren bij het verkrijgen/ leveren van kwalitatieve (eerstelijnszorg) zorg dicht bij huis.
  2. Zilveren Kruis is bereid om naast de reguliere financiering van de uitvoerende zorg mee te financieren aan de te vormen overlegstructuur en intervisie binnen oncologische zorg in de eerste lijn.

RESULTATEN

  1. Er is een document gemaakt met een overzicht van problemen op het gebied van ‘financiën’ onder (eerstelijns) zorgverleners.
  2. Er is een document gemaakt met een overzicht van problemen op het gebied van ‘financiën’ onder (eerstelijns) kankerpatiënten.
  3. Er is onderzoek gedaan hoe het zit met ‘financiën’ bij andere zorgverleners in de eerstelijns zorg (huisartsen) en in de tweede lijn.
    • Wie krijgt zorg aan kankerpatiënten gefinancierd en waarom (wat is de grondslag/reden).
    • Wie krijgt intervisie en MDO’s gefinancierd en waarom (wat is de grondslag/reden).

ACTIES

  1. In Q1 2019 heeft de werkgroep gesproken (en daarvan een verslag gemaakt) met minstens drie andere soortgelijke oncologienetwerken in het Zilveren Kruis-gebied en/of naar landelijke beroepsverenigingen en het Landelijk Overleg Psychosociale en Paramedische zorg (LOPPSOZ), om te peilen of zij tegen dezelfde problemen aanlopen en zo ja, of zij in gezamenlijkheid willen optrekken in deze kwestie.
  2. Uiterlijk in Q2 van 2019 inventariseert de werkgroep bij 25 kankerpatiënten welke problemen zij ervaren als het gaat om de juiste, kwalitatief goede zorg te krijgen in de buurt.
  3. Uiterlijk Q2 van 2019 inventariseert de werkgroep bij tien zorgverleners van elke discipline (fysiotherapie, ergotherapie, diëtetiek, psychologie) welke belemmeringen zij ervaren m.b.t. financiën.
  4. Problemen die gevonden worden en landelijk gelden, dus niet alleen in (groot) Amsterdam, worden in Q4 teruggekoppeld naar landelijke beroepsverenigingen en Landelijk Overleg Psychosociale en Paramedische zorg om in gezamenlijkheid te bespreken of hier landelijk actie op kan worden ingezet.
  5. In Q1 2020 vindt een afspraak plaats met vertegenwoordigers van Zilveren Kruis om te praten over de issues rondom ‘financiën’ in Amsterdam, eventueel in samenwerking met LOPPSOZ.
  6. In Q2, Q3 en eventueel Q4 van 2020 vinden vervolgafspraken plaats met Zilveren Kruis en of andere partijen om boven gestelde doelen te realiseren.